Posts in This Life

Kaapverdië 2023 – Deel 5: Kaapverdiaanse wijze

Mijn vakantie in Cabo Verde zat er bijna op, maar eerst moest er nog gefeest en gegeten worden – Kaapverdische stijl.

Het voordeel van in een resort vakantie vieren is dat alles voor je geregeld wordt. Het reisbureau had me in eerste instantie een adults only-hotel aangeraden, maar achteraf was ik blij dat ik voor het nabijgelegen family-hotel gegaan was. Want die resorts zijn een soort kleine dorpen, het was wel even lopen van mijn kamer naar de restaurants – als ik al niet verdwaalde. En grote kans dat ik dan iedere dag constant mensen van de excursies was tegengekomen. Ik kwam ze al tegen op het strand waar ik het grootste deel van m’n tijd tijdens die laatste dagen doorbracht, en dat vond ik al voldoende.

Mocht ik nog eens naar Cabo Verde gaan dan zou ik echter niet direct weer zo’n resort kiezen. Soms heb je geen keuze, maar in Santa Maria spotte ik ook nog kleinschaligere hotelletjes en leuke beach-appartementen die je per week kan huren. En omdat alles zo goedkoop is gok ik dat je misschien zelfs goedkoper uit bent als je daar gaat zitten dan bij zo’n all-inclusive formule in een White Lotus-achtige resort. En je krijgt misschien wat meer mee van de lokale cultuur, want juist vanwege die all-inclusive formule bleef ik vaak in het hotel waar ik anders misschien Santa Maria was ingegaan.

Uitgaan

En in Santa Maria was genoeg te beleven, met diverse restaurants, een leuke muziekclub en Disco Pirata, de lokale disco die in het weekend naar verluidt erg populair is. Ik probeerde ‘m vrijdagavond uit, maar dat bleek geen succes want er was gewoon niemand, zelfs niet om 3 uur ’s nachts. Geen wonder ook, met zo’n weer zit je beter gewoon op het strand of op de pier. En de plek waar iedereen heen trekt is Ocean’s Café waar locals mixen met toeristen, een live dj je meetrekt op de dansvloer, en ze grote mojito’s serveren voor 6 euro.

Kaapverdiaanse wijze

Meer dan cocktails drinken, op het strand lopen en genieten van zon, zee en zand heb ik die laatste dagen niet gedaan. Voor de laatste lunch trok ik wel nog naar het lokale Café Criolou, ons aangeraden door de gids van de rondreis. Ook hier kan je ’s avonds terecht voor live muziek, maar ze hebben ook een uitstekende keuken.

Overigens, de lunch in Cabo Verde begint pas om 12.30 uur in plaats van 12.00 uur. Iets wat ertoe leidde dat ik samen met wat Britten en Duitsers veel te vroeg aankwam en noodgedwongen aan de cocktails moest – al was dat zeker geen straf. Het enige wat me wel opviel was dat de Duitsers daarna lekker aan de spaghetti Bolognese gingen, en de Britten kozen voor bekende vleesgerechten. Om nou in het buitenland dingen te gaan eten die je thuis ook kan krijgen…ik koos zelf dan ook voor de versgevangen vis van de dag op Kaapverdische wijze. En neen, ik heb geen flauw idee welke vis dat was (het smaakte wel naar kabeljauw). Maar lekker was het wel. Al had ik die Kaapverdische wijze wat onderschat, want dat betekent dat je gewoon zo’n vis op je bord krijgt. Met staart, ogen en tanden er nog aan. Kaapverdianen eten die ogen ook gewoon op wist ik, dat ging me net wat te ver om te proberen, maar smakelijk was het wel.

Iets wat me op culinair vlak ook ontzettend beviel waren de lokale Kaapverdiaanse koffie, de plaatselijk gebrouwen grogue, en het Kaapverdiaanse ijs waarvan ik de naam niet meer weet. Overigens hadden ze daar ook ontzettend lekker lokaal gemaakt maïs-ijs, ook een aanrader.

Harderwijk

Om nog een laatste souvenir te scoren omzeilde ik meerdere Senegalese verkopers en belandde ik bij een man die aangaf een lokale schilder te zijn. Iets wat ik niet meteen aannam omdat ik op de schilderijen die hij toonde niet meteen altijd dezelfde naam meende te ontwaren. Maar zijn verhaal bleek wel te kloppen. En hij had ook net ook te horen gekregen dat ie een dochter had gekregen. Al bleef ie wel wat vaag of het nou zijn vrouw was of gewoon een vrouw, ze lag in het ziekenhuis op een ander eiland – en zelf leek ie niet veel drang te voelen om er meteen heen te reizen. Hij bleek zowaar ook al in Nederland geweest te zijn, dat ging ongeveer zo:

“Where are you from?” – “Netherlands!” – “Oh, I have been there!” – “Oh cool, where have you been in the Netherlands?” – “Utrecht, I have an uncle there. And Harderwijk.” – “Harderwijk?? You have family there as well?” – “No, I went to Dolfinarium!”

Uiteindelijk kocht ik toch maar een leuke keukenmagneet bij de beste man. Niet van een dolfijn maar van een schilpad.

Terug naar Nederland

De terugvlucht naar Nederland verliep een stuk smoother dan de heenvlucht. Een aantal mensen die ik bij de heenvlucht was tegengekomen vloog ook weer terug, al ontbrak gelukkig de schoonmoeder-from hell. Het enige wat een beetje stoorde waren de updates van de piloot over het weer in Nederland. Dat het koud was wisten we al, maar of het echt nodig was om zowat ieder uur aan te geven dat het regende en maar 7 graden was die aanvoelden als 5…erg vrolijk werden we er niet van.

De vraag die zich opdringt is natuurlijk: zou ik weer naar Cabo Verde gaan? Heel eerlijk, ik heb er zelfs al stiekem naar wat opties gekeken. Misschien boek ik voor het najaar wel weer een vakantie op een ander Kaapverdisch eiland. Want niet alleen heb ik er genoten van de natuur, de mensen, de muziek en het eten, ik voelde me er ook ontzettend veilig. En dat is wel zo belangrijk voor gay solo travellers als ik. Maar het belangrijkste doel was natuurlijk te ontspannen en alles even helemaal los te laten, dat is wel degelijk gelukt zo merk ik aan lijf en hoofd. Kortom, ik wil nog wel een keer op nostress-reis naar Cabo Verde. Al ga ik dan misschien niet in een resort zitten, of misschien wel. Allereerst maar eens de Nederlandse lente zien te overleven.

Kaapverdië 2023 – Deel 4: Hip Hop op de berg

Vorig jaar sprong ik uit een vliegtuig. Dit jaar besloot ik van een berg te springen.

Als je de vorige blogs gelezen hebt dan begrijp je vast dat ik donderdag 24 april, de dag na de eilandtour, even moest bijkomen. Ik was natuurlijk ook niet hierheen gekomen om heel veel te doen, integendeel, ik wilde juist heerlijk niets doen. Dus dat deed ik op de vierde dag van mijn reis, al kon een cocktail op het strand niet ontbreken. Want ik had dé toeristische trekpleister van Sal en Cabo Verde behoorlijk links laten liggen. Dus besloot ik er met de taxi heen te gaan.

Toerisme

Die taxi’s kosten daar overigens maar een paar euro. En had ik al verteld dat je op Sal dus gewoon overal kan betalen met euro’s? Dollars willen ze liever niet, maar euro’s zijn in. In Santa Maria kwam ik er ook al snel achter dat waar ik betaalde met kaapverdiaanse escudo’s, ik vaak euro’s als wisselgeld terug kreeg. Al geeft dat ook wel meteen aan hoe ingesteld men er is op toeristen – maar dat is logisch want het toerisme is dé hoofdbron van inkomsten voor Kaapverdië. Dat lees je in de reisgidsen en hoor je ook van de local guides, en daarom is het op Sal heel veilig voor toeristen. Want waar het onveilig is blijven toeristen weg, en geen toeristen betekent geen inkomsten. De impact van de coronapandemie ligt dan ook vers in het geheugen van veel Kaapverdianen.

Het enige nadeel van die toeristische instelling is dat Kaapverdië ook best wat opdringerige verkopers trekt. Dat zijn doorgaans geen Kaapverdianen maar Senegalezen. Die proberen je dan allerlei kettinkjes en souvenirs aan te smeren. Gelukkig vond ik via Tripadvisor en mijn reisgids al snel enkele souvenirwinkeltjes die gespecialiseerd waren in lokale producten en een deel van de winst uitkeerden aan lokale projecten rond bijvoorbeeld vrouwenrechten.

Ook oefende ik mijn assertiviteit. Want, no kidding, wanneer je niet duidelijk aangeeft waar de taxi moet stoppen, dan wordt je midden op het kruispunt (buiten die taxi’s is er nauwelijks verkeer) afgezet bij de winkelstraat. En midden op het kruispunt betekent dat de Senegalese en andere verkopers je onmiddellijk hebben gespot. ‘Blijf vriendelijk maar duidelijk’ was dan dan ook het devies van mijn reisgids. En dat werkte prima. Ik had zowaar bewondering voor de marketingskills van de verkopers die me benaderden, echt, sommigen zouden zo in een callcenter in de koude acquisitie kunnen gaan. Al is mijn ervaring dat telefonische verkopers een duidelijke ‘neen’ niet altijd accepteren. Hier bleek dat gelukkig niet het geval.

Strand

Na wat winkeltjes bekeken te hebben besloot ik vooral m’n rust te nemen. Dat deed ik met enkele fijne Marenga Daquira’s (aardbeismaak) bij de ietwat decadente Palm Beach Club. Ik had er even een echt White Lotus moment zeg maar, kijkend naar de bootjes en het prachtige strand. Want daar staat Santa Maria bekend om, de prachtige witte stranden.

Al is dat een visuele illusie. Het strand bestaat uit heel fijn zand, waar een stuk minder schelpen te vinden zijn dan aan pakweg onze kust, maar het is van dichtbij wel gelig. Juist door het spel van de zon en het heldere blauwe water oogt het enorm wit. En dat ziet er inderdaad beeldschoon uit.

Veel meer dan mijn favoriete podcast luisteren (ik had zo’n lokaal telefoonnummer genomen met een fijne databundel) en cocktails drinken genietend van het uitzicht werd het die dag niet. Al bleek het hoogtepunt wandeling van Santa Maria naar het resort later die middag. Anderhalve kilometer in de branding lopen bleek prima te doen, en ik kwam er ook heel grappige vogeltjes tegen die in gevecht waren met de golven terwijl ze wormpjes uit het zand probeerden te pikken. (Ze hebben vast een naam maar die heb ik niet opgezocht.)

Zipline

Lekker uitrusten was het hoofddoel van mijn reis. Maar op vrijdag kon ik het toch niet laten nog een excursie te doen. Ik was al flink buiten mijn comfortzone gegaan, toen ik een advertentie van Zipline Cabo Verde spotte leek me dat de kers op de taart.

De gids van de eilandtour had er wat spottend over gedaan. “Als je snel geld wilt verliezen moet je de zipline doen”, had ie ons gewaarschuwd. Al gaven de Amsterdamse uit Oost en ik meteen aan dat we de zipline toch echt niet wilden overslaan. En ik moet zeggen, onze gids had een punt, maar ook weer niet helemaal. Want hoewel de zipline duurder was dan de eiland- of de catamarantour was het ook best spannend. En dat niet alleen, net zoals bij de catamaran maakte de crew er een heuse belevenis van.

Allereerst bleek de rit naar het startpunt een heerlijke hobbelige jeepride. Daarna beklommen we de berg via een smal pad onder begeleiding van een soort lokale Nick Cannon die de hele tijd z’n zonnebril op hield. Echt, die man heeft ofwel gevoelige ogen, ofwel helemaal geen ogen. En met z’n charme en energie zou ik zomaar kunnen geloven dat ie net als meneer Cannon ook 11 kinderen bij evenzoveel vrouwen heeft. Maar ik dwaal af, en da’s nooit handig als je op een berg loopt.

Eenmaal boven hadden we een prachtig uitzicht op de Serra Negra, het strand dat voor een groot deel bestaat uit zwart zand en waar jaarlijks duizenden schildpadden hun eieren komen leggen. Daar was het nu helaas niet het seizoen voor, maar het uitzicht maakte het, ondanks de wolken die overvlogen, meer dan goed.

Testosteron

Een ding moet je wel weten over de zipline, het is zo’n attractie die mensen trekt die wel houden van adrenaline en wat extremere sporten. Mensen die wat durven, zeg maar. En hoewel er ook vrouwen zaten in het team, werd onze groep begeleid door allemaal jonge mannen die ons uiteindelijk demonstreerden hoe je ondersteboven van die zipline afgleedt. Jawel, ondersteboven. De “oohs” en “oehs” uit onze groep spraken boekdelen. Net zoals het schijnbare gemak waarmee ze hun kunsten vertoonden.

Maar voor het zover was kregen we eerst nog een drankje en hapje. Onder het genot van de muziek die de jongens het fijnst vonden: expliciete hip hop. Echt, stond ik daar lekker te socializen met een Duits stel en de Franse meiden die ik nog kende van de catamaran-tocht, dreunde Snoop Dogg er even expliciet tussendoor. Jawel, het testoron-gehalte bij deze excursie lag hoog. Ik durfde maar niet vragen wat de Britse moeder met drie kinderen ervan vond.

Overigens kon je kiezen tussen een alcoholisch of niet-alcoholisch drankje, en presteerde ik het daarbij om mijn bekertje met grogue om te gooien. Niet handig. Omdat ik een GoPro had bijgehuurd kon ik achteraf dan ook prima terugkijken dat ik toch best wel zenuwachtig was alvorens van de zipline te gaan. Volgende keer moet ik mijn grogue gewoon niet meer omgooien. Al weet ik nu dat het vooral dat eerste zetje is dat zo spannend is. Want daarna is het gewoon een hele fijne zipline en kan je even heel erg intens genieten van het voorbijzoevende prachtige landschap.

En de excursie eindigt niet meteen nadat je weer bij het startpunt bent. Het einde wordt opgeluisterd door een live band waarbij iedereen ook uitgenodigd wordt om mee te dansen – iets wat de een al makkelijk ligt dan de ander. Ook leuk: je mag met een stift je naam op de muur schrijven. Ja, dit was de duurste excursie die ik deze reis ondernam, maar een hele leuke ervaring was het echt wel.

Benieuwd hoe het mij verging op mijn laatste dagen in Kaapverdië? Lees hier Deel 5 – Kaapverdiaanse wijze

Kaapverdië 2023 – Deel 3: De verborgen kant van Sal

De gids die ons het eiland liet zien toonde ons plekken die niet in de reisgids stonden. Dat was bij momenten erg confronterend.

Voor ik besloot naar Kaapverdië te reizen bedacht ik dat ik graag in de stijl van The White Lotus vakantie wilde vieren. Maar The White Lotus is zo’n geweldige serie omdat het net de klasseverschillen subtiel blootlegt. Ik moest daaraan denken toen onze lokale gids aankondigde ons mee te nemen naar plekken die we niet in de reisgidsen konden terugvinden.

Terra Boa

Hij bedoelde vooral het deel rond het woestijnachtige Terra Boa in het noorden van het eiland, waar de wind altijd dezelfde kant opwaait zodat de bomen allemaal dezelfde kant op groeien. En waar het zo warm wordt dat je er fata morgana’s en mirages kan zien.

Daar ver weg van de toeristische resorts en hotels bevond zich een hele wijk waar mensen in armoede leefden. Ik kende dat beeld natuurlijk wel van tv en films, de hutten gemaakt van roestige golfplaten en stenen, en kinderen met lachende ogen en voeten zonder schoenen. Maar er zo langs rijden met een busje was wel even confronterend. Door in een resort te zitten met hoofdzakelijk witte mensen en constant alles in euro’s te kunnen betalen vergeet je dat je ook gewoon in een ontwikkelingsland in Afrika zit. Gelukkig vertelde onze gids ook over de politieke ontwikkelingen in Kaapverdië en dat de lokale politiek een aantal succesvolle housing-projecten had opgezet. Voor deze mensen lag een betere toekomst echt wel in het verschiet. Al bleef het een schrijnend beeld, een heel dorp dat het doet zonder elektriciteit of water – en op zaterdag water moet halen omdat er zondag gewoonweg geen water te krijgen is. De moestuin met afgestorven maïskolven (de grond is er veel te zout om aan echte landbouw te doen) deed zelfs dystopisch aan.

Het zorgde voor een apart gesprek in ons gezelschap. Met zeven waren we: een brits koppel met een baby en de moeder van de vrouw (er bestaan ook leuke schoonmoeders), een Duits koppel uit Hannover, een Amsterdamse uit Oost en ikzelf. Al snel maakte iemand de opmerking dat we in West-Europa zo verwend zijn, dat we ons geluk zo laten bepalen door materialistische dingen en dat het maar de vraag was hoe gelukkig we daar toch van werden. Hier hadden mensen niks, maar ze hadden elkaar en ze waren gelukkig op hun manier. Ik heb er nog steeds gemengde gevoelens bij, ongetwijfeld vanwege mijn achtergrond. Wat me ook bijbleef voor de rest van mijn reis, en erna, waren de twee jonge tieners die ons opwachtten in de woestijn van Terra Boa. Ze stonden er wat schuchter en onwennig bij terwijl we foto’s maakten van de plaatselijke fata morgana’s en wilden ons kleine zelfgemaakte schildpadjes verkopen. Achteraf heb ik veel spijt dat ik die dingen niet gekocht heb – simpelweg omdat ik pas later souvenirs wilde kopen, en niet besefte dat juist voor deze mensen die paar euro misschien een wereld van verschil konden betekenen.

Veel tijd om daarbij stil te staan had ik echter niet. Want onze tocht over het eiland nam de hele dag in beslag. Na een korte stop bij het café en de kitesurfschool van oud-wereldkampioen Mitu Monteiro, gingen we naar de prachtige baai van Murdeira waar ene Duitse Bettina een restaurant had in de vorm van een boot en de lokale bevolking ieder weekend vlakbij op de rotsen kwam barbecueën. Daar wisselde ik, van de zetel naast de bestuurder, van plaats met de vrouw van het Duitse koppel die het duidelijk minder leuk vond om achter op de open truck te zitten. Al snel begreep ik waarom, want stoffig waren de wegen wel, maar je zag er natuurlijk wel veel meer van de omgeving. Bij de doorreis door hoofdstad van het eiland Espargos had ik dan ook een mooi uitzicht op de kleurrijke huizen. Ook weer zo’n cultuurverschil, want in Nederland moet je er niet aan denken om je huis in een vrolijke frisse kleur te schilderen – grote kans dat het niet mag van de gemeente.

Blauw Oog

Na Espargos trokken we verder naar de woestijn van Terra Boa om te eindigen bij het Blue Eye in Buracona. Dat ‘blauwe oog’, waarbij de zon in het water van een rotskrater een blauw lichteffect creëert, leek op zich niet veel voor te stellen, maar was toch indrukwekkender dan ik vooraf had gedacht. Al was het maar omdat ik, net zoals vele anderen, niet in het oog durfde te kijken. Ik heb wel even een snelle blik geworpen, maar daarna de gids enkele foto’s laten maken. Die zagen er overigens prachtig uit.

Nabij het oog was er ook een natuurlijk zwembad, maar dat werd die dag niet gebruikt omdat de zee te onstuimig was. Jammer natuurlijk, want ik had er graag een duik genomen. Niettemin was de pracht van de natuur met het blauw van het water, het witte zeeschuim en de groene en en donkergrijze rotsen heel indrukwekkend.

Onze lunch nuttigden we in een typisch Kaapverdiaanse eettentje in Palmeira. Zo’n tentje dat de meeste toeristen overslaan en waar een moeder met kids je bij de deur ontvangt terwijl ze alvast maïs aan het stampen is voor de lunch. Daar aten we het lokale gerecht Cachupa (staat thans bovenaan mijn lijst van uit te proberen recepten) en regelde de gids op ons verzoek ook een proeverij van de lokale alcoholische drank Grogue. Die drank bevat 46% alcohol, dus we begrepen na een simpel shot wel waarom onze gids de proeverij had geregeld en ons afraadde om gewoon een glas te gaan drinken – wat we gevraagd hadden. Het was immers nog maar middag en we moesten nog heel wat doen. Die Grogue kwam wel even aan en maakte ons ook wat losser. Zo hadden we de halve dag samen gereisd maar had niemand zich nog aan elkaar voorgesteld, dat deden we maar al te graag alsnog.

Haaien

Na de lunch reden we door naar Shark Bay. Hier had ik speciaal waterschoenen voor gekocht, en dat bleek geen overbodige luxe.

Temidden van een aantal scherpe rotsen waar het wemelde van schelpen, zeesterren, krabbetjes, kreeftjes en kleinere visjes zwommen baby haaien langs en tussen onze benen. Uiteraard waarschuwde onze gids ons ervoor om ze niet aan te raken, want anders zouden ze wel kunnen bijten. En hoe fijn dat wij in het ondiepe gedeelte stonden, want mama en papa haai lagen vlakbij te wachten tot hun kroost weer terug kwam. Indrukwekkend is een understatement, ik had er wel de hele dag kunnen blijven kijken naar alles wat daar in het kraakheldere water zwom.

Zout

Maar we moesten door, naar de laatste stop op onze rondreis van vandaag; Salinas. Want waar Cabo Verde nagenoeg alles moet importeren omdat de grond er te onvruchtbaar is om er gewassen te telen beschikt het eiland van oudsher over heel veel zout. Zout zeewater overspoelt daarbij delen van het land, settelt zich in stilstaande plassen, waarna de tropische temperaturen ervoor zorgen dat er enkel zout achterblijft als de zee zich verder teruggetrokken heeft. En in de vulkaankrater van Salinas vind je de historische zoutmijnen met een zoutmeer dat nog zouter is dan de beroemde Dode Zee in Israël.

En daarmee kwam een bucketlist-wens in vervulling, want ik heb altijd al eens willen ervaren wat het is om te drijven op zo’n zout meer. Met dank aan de gids zijn er ook foto’s en beelden van, want bij het drijven moest ik goed opletten dat ik geen water binnenkreeg of in mijn ogen kreeg. Twee keer gebeurde dat laatste even – prikken dat het deed! – maar gelukkig had ik ook een grote handdoek bij waardoor de schade beperkt bleef tot een korte irritatie. Het is een aparte gewaarwording, dat drijven op water en zelfs niet kunnen zwemmen. Apart ook hoe, dankzij de warme en nagenoeg windstille omgeving die de vulkaankrater biedt, het zout in witte sporen achterblijft op je huid als je weer droog bent.

Ons bezoek aan Salinas betekende het einde van onze eilandtour, maar wat een dag was het geworden. Wie had ook alweer gezegd dat er op Sal niks te beleven was?

Wil je weten wat ik verder nog beleefde in Kaapverdië? Lees Deel 4 – Hip Hop op de berg.

Kaapverdië 2023 – Deel 2: Bevrijding op de Catamaran

Ik keek ernaar uit om heerlijk niets te doen in Kaapverdië, maar daar bleek toch heel wat leuks te beleven. En ik kon er mijn Frans weer eens bovenhalen.

Kaapverdië bestaat uit 10 eilanden van een soort vulkanisch gesteente. Omdat de grond zo onvruchtbaar is kan je het landschap – dat weliswaar verschilt per eiland en heus enkele prachtige groene stroken heeft – vergelijken met dat van de planeet Mars. Prachtig om te zien, maar het nadeel is dat zowat alles aan voedsel geïmporteerd moet worden. Daarnaast is het drinkwater prima voor de lokale bevolking, maar veel te zout voor toeristen – tenzij je de rest van je vakantie op de wc wil doorbrengen kan je het beter niet drinken.

Ik verbleef zelf op het eiland Sal dat vernoemd is naar de zoutmijnen. Maar voor ik die ging bezoeken besloot ik even mijn innerlijke Tania McQuoid te koesteren. Ofwel, de eerste dag bracht ik hoofdzakelijk aan het zwembad door, met een cocktail. Onderwijl kijkend naar alle personages die zo uit The White Lotus weggelopen waren. De bevriende koppels, de familie met selfie-verslaafde tweens. En ik spotte ook een duo grumpy old men die niets leukers vonden dan bij de bar te hangen en commentaar te geven op alles en iedereen. Het was hilarisch. Vooral na een paar drankjes dan.

Het strand van het hotel beviel uitstekend, om van het weer nog maar te zwijgen. Maar hé, de gemiddelde temperatuur op Cabo Verde is 21 graden, en op Sal had het al 8 jaar niet geregend. Na de koude druilerige Amsterdamse lente een welkome afwisseling.

Frans

Waar ik op dag 1 niet veel deed besloot ik op dag 2 een excursie te maken. Online had ik al filmpjes gezien van een catamarantocht naar een plek waarbij je kon vissen, in zee kon zwemmen en met een beetje geluk kwam je nog een schildpad, walvis of haai tegen.

Iets wat ik overigens helemaal niet had zien aankomen was dat er zoveel Frans gesproken werd op Sal. De gids die ons ophaalde legde het me later uit: de officiële taal van Kaapverdië is Portugees, maar niemand spreekt dat want het is de taal van de kolonisten. De lokale bevolking spreekt creools, een mengeling van Portugees en Afrikaanse talen. Op school leren kinderen Engels en Frans, maar Frans vergeten de meesten weer nadat ze hun school hebben afgemaakt. Behalve de mensen die in het toerisme gaan werken. Iets wat jonge mensen vaak doen tussen hun middelbare school en hun vervolgopleiding omdat dat laatste erg duur is, ze moeten er immers voor naar een ander eiland verhuizen want slechts één eiland herbergt een universiteit. Kortom, op Sal – het meest toeristische eiland – kwam ik niet alleen veel Franse toeristen tegen, ook sprak ik aardig wat locals in het Frans, al of niet een beetje verbasterd (zo had onze gids een hilarische uitspraak van het ’twalatte’ ipv ’twalet’). Dat ik mijn Franse talenknobbel kon aanspreken verhoogde alleen maar mijn vakantiegevoel.

Palmeira

Nadat we opgehaald waren bij onze hotels reed ons busje naar het havenstadje Palmeira. Dat zag er bij lange na niet zo luxueus uit als het haventje van Santa Maria – dé toeristische trekpleister van Sal, bekend van z’n prachtig witte stranden – maar het was evenzeer een streling voor het oog. Je kon er lekker uitrusten, eten bij het lokale visrestaurant Rotterdam (iets wat ik heel graag wilde doen maar niet aan toe ben gekomen) en kijken hoe vissers hun vers gevangen vis lieten schoonmaken.

Overigens bleek het een afrader om in deze haven te gaan zwemmen, want bij het schoonmaken werd allerlei visafval zo weer de zee in gegooid wat uiteraard haaien aantrok. Maar die waren die dag gelukkig afwezig.

Gelukkig, want voor we op onze catamaran konden gaan chillaxen werden we met z’n allen in een rubberbootje gepropt om naar de catamaran varen. Dat bleek zowaar nog avontuurlijker dan de hele catamarantocht, ook al duurde het amper 10 minuten. Eenmaal aan boord gingen de schoenen uit en werden we ontvangen met een drankje.

Bevrijdend

Wat daarna volgde was puur uitrusten. De loungebanken waren al bezet, wat mij goed uitkwam want ik had mijn zinnen gezet op een kussen voorin. Daar voelde je de deining van de zee het meest, maar had je ook het beste zicht op de omgeving. Dat mensen organisch van plaats wisselden maar de meeste gasten helemaal niet op de kussens vooraan wilden liggen was een meevaller.

Onze tocht voer naar een kleine baai in de buurt waar het water warmer was en we konden vissen en zwemmen. Het was eeuwen geleden dat ik nog eens gezwommen had, laat staan in een baai tussen allerlei exotische vissen. Sterker zelfs, omdat ik sinds de coronapandemie steeds vaker commentaar krijg op mijn uiterlijk en gezien de algehele beeldvorming rondom ‘het perfecte lichaam’ in bepaalde media ben ik erg onzeker geworden over hoe ik eruit zie. Eerst keek ik dan ook even de kat uit de boom toen de ene na de andere gast van boord sprong om lekker te gaan snorkelen in de baai. Wat mij daarbij opviel? Zoveel mensen, zoveel lichamen. En als 10-jarige koters van de boot gingen springen, dan durfde ik het ook wel, toch? Dus zette ik mijn verstand op nul, trok m’n shirt uit en plonsde in de open zee. En wat voelde dat als een bevrijding!

Ik ben zelfs niet gaan kijken bij de vissers achter op het schip. Zo druk was ik met springen, plonzen en zwemmen – het was puur genieten.

Na het zwemmen en vissen was het tijd voor lekkere snacks en drankjes. En voor muziek en dans tijdens de terugtocht. De crew zorgde voor aardig wat ambiance en kon het merendeel van de gasten overhalen gezellig mee te swingen en te trommelen op typisch Kaapverdische muziek en bekendere hits. Zelf koos ik ervoor weer op de kussens vooraan te gaan liggen waar de kapitein inmiddels ook plaatsgenomen had om haaien en walvissen te spotten. Die lieten het afweten, maar de pret werd er niet minder door. Al helemaal toen de zee ruwer werd, het water over het voorsteven spatte en we de ene na de andere vliegende vis konden spotten.

Man, ik had nog nooit een vliegende vis gezien – wat een fascinerende dieren! Het enige jammere was dat ze te snel weg waren voor ik ze met m’n camera kon vastleggen.

Onderweg zagen we nog wel wat andere boten en catamarans, maar die waren kleiner en het zag er bij lange na niet zo leuk en gezellig uit daar. Geen wonder dat ik bij thuiskomst in het hotel enkel nog een diner naar binnen kon werken en daarna – voor het eerst in lange tijd – als een blok in slaap viel. En dat was nog maar dag 2 van mijn reis.

Benieuwd naar het vervolg? Hier lees je Deel 3 – De verborgen kant van Sal.

Kaapverdië 2023 – Deel 1: #NOSTRESS

Ontspannen in Cabo Verde bleek het ultieme middel om overspannenheid te vermijden. Al had ik vooraf wel even inpakstress, en bood de heenvlucht ook zo z’n uitdagingen.

“Nou, ik heb wel een wijntje verdiend!”, klonk het achter me. We zaten al een aantal uur in het vliegtuig en toen ik me omdraaide was het wel duidelijk: werkelijk iedereen was even toe aan een wijntje.

Je zal het maar voorhebben dat je je schoonmoeder meeneemt op reis. Handig voor de baby, kan je met je vrouw ook gezellig even wat tijd doorbrengen zonder constant op de kleine te moeten letten. Ware het niet dat deze mevrouw een soort schoonmoeder-from-hell bleek die alles ook nog eens per se holistisch wilde benaderen. Ofwel, we waren er als medepassagiers al na vijf minuten klaar mee, en dat staken sommige andere reizigers niet bepaald onder stoelen of banken.

White Lotus

Zelf had ik andere sores aan mijn hoofd. Een paar weken ervoor was ik het reisbureau aan het Amsterdamse Osdorpplein binnengelopen. Iets met een dodelijk vermoeid lijf en een batterij die al tijden niet meer volledig wilde opladen. En dan is een reisbureau zoiets als een genius bar voor je iPhone. Ik trof er een heerlijk Amsterdamse mevrouw die me begripvol aankeek toen ik naast d’r neerplofte en zei dat ik alleen maar “iets met zon, zand en zee” wilde. En liever niet iets waar veel te zien is, want dan voel ik de behoefte om dat weer te plannen en loop ik daar te stressen met de gebruikelijke FOMO. “Dan moet je naar Kaapverdië!”, antwoordde ze begripvol. En binnen no time stond ik weer buiten. Honderden euro’s lichter, maar wel met een boeking voor een verblijf in een luxueus resort op zak. Jawel, zo’n resort met 7 bars, 3 restaurants, 2 zwembaden en een glijbaanparadijs, een spa, een privé-strand, en meer. Een beetje zoals die geweldige HBO-serie The White Lotus. “Als je wil kan je de hele dag dronken zijn!”, vertelde ze er nog bij. Niet dat dat mijn plan was. Ik keek er vooral naar uit om op het strand neer te ploffen met een cocktail, en dan vooral he-le-maal niks te doen. Immers, het landelijke motto van Kaapverdië bleek “No Stress”, hoe toepasselijk.

Inpakstress

Toegegeven, voor ik aan het ontstressen toekwam moest ik nog mijn koffer pakken. En dat bleek nog best een uitdaging. Want hoeveel kilo moest ik meenemen? Wat bedoelde het verblijf met ‘long sleeve shirts’? En had ik nou wel of geen onderwaterhorloge nodig? Ik besloot er de tijd voor te nemen en scoorde aardig wat koopjes – superhandig, want aangezien ik niet houd van kledingshoppen was dit de ideale gelegenheid om mijn garderobe weer eens aan te vullen. Was ik meteen al voorzien van nieuwe t-shirts, sportschoenen en allerlei dingen die ik toch wel nodig had maar steeds weer uitstelde – want ja, ik houd niet van kledingshoppen. Zijn sommige vriendinnen stukken beter in. Hoedanook, ik tikte wat leuke aanbiedingen op de kop en leerde wat nieuwe winkels kennen. En ik leerde ook weer wat over mezelf. Bijvoorbeeld dat het geen zin heeft om tig keer je koffer te wegen om te kijken of je niet over de bagagelimiet gaat. Was ik na twee keer wel even klaar mee. Ik boekte gewoon even wat extra ruimbagage bij – probleem opgelost, en weg was de inpakstress.

Wat ook handig bleek: de informatie op sociale media. Ik legde een excursielijstje aan op Tripadvisor en keek via YouTube en Instagram hoe het resort en de omgeving eruit zag. Ook de Belgische en Nederlandse overheden hadden nuttige informatie en reisadviezen. Al sloeg ik dat deels in de wind omdat ik de nieuwe online omgeving van mijn huisarts nog niet helemaal onder de knie had. Miste ik zowaar het advies rond een vaccinatie en toen ik daar achter kwam was het te laat om dat te regelen. Dan maar een risico nemen en enkele handige flacons DEET en insectenspray inslaan (overigens bleek dat uitstekend te werken).

Niet erg sociaal

Zo bevond ik me uiteindelijk maandag 17 april om half zeven in de ochtend, in een vliegtuig naar Kaapverdië. Het enige waar ik een beetje van baalde was mijn zitje. Ik zat namelijk tussen twee mensen in. Dat hoefde geen probleem te zijn, maar deze mensen kwamen zelf uit Kaapverdië en bleken elkaar ook nog eens vaag te kennen. Mijn aanbod om van stoel te wisselen sloegen ze af. Maar ze gingen wel met elkaar babbelen en iets met sim-kaarten en rekeningen doen terwijl ik tussen ze in zat. Nu ben ik supergoed in slapen in een vliegtuig en ik was doodop dus voor het grootste deel van de reis had ik er niet echt last van. Alleen is het best asociaal als je met elkaar babbelt en dingen aan elkaar geeft als ik tussenin je zit en Succession probeer te kijken – maar zo erg als de holistische-schoonmoeder-from-hell was het gelukkig niet. Ja, die kon je al van ver horen. Ik hoopte maar dat ze niet ook nog eens naar hetzelfde hotel zou gaan.

Ook de crew van de heenvlucht bleek niet supergezellig. We vlogen op Saõ Vicente, of zoals onze purser van dienst het in goed Nederlands-Nederlands zei:”Souw Visjente”. Maar nogmaals, ik ben supergoed in zittend slapen in vliegtuigen (met dank aan mijn reizen naar Atlanta, Chicago en San Francisco) – dus besloot ik mijn ergernissen even te parkeren tot we geland waren. En dat pakte vooralsnog prima uit.

Benieuwd hoe het mij verging in Kaapverdië? Lees verder in Deel 2 – Bevrijding op de Catamaran.