Ontspannen in Cabo Verde bleek het ultieme middel om overspannenheid te vermijden. Al had ik vooraf wel even inpakstress, en bood de heenvlucht ook zo z’n uitdagingen.

“Nou, ik heb wel een wijntje verdiend!”, klonk het achter me. We zaten al een aantal uur in het vliegtuig en toen ik me omdraaide was het wel duidelijk: werkelijk iedereen was even toe aan een wijntje.

Je zal het maar voorhebben dat je je schoonmoeder meeneemt op reis. Handig voor de baby, kan je met je vrouw ook gezellig even wat tijd doorbrengen zonder constant op de kleine te moeten letten. Ware het niet dat deze mevrouw een soort schoonmoeder-from-hell bleek die alles ook nog eens per se holistisch wilde benaderen. Ofwel, we waren er als medepassagiers al na vijf minuten klaar mee, en dat staken sommige andere reizigers niet bepaald onder stoelen of banken.

White Lotus

Zelf had ik andere sores aan mijn hoofd. Een paar weken ervoor was ik het reisbureau aan het Amsterdamse Osdorpplein binnengelopen. Iets met een dodelijk vermoeid lijf en een batterij die al tijden niet meer volledig wilde opladen. En dan is een reisbureau zoiets als een genius bar voor je iPhone. Ik trof er een heerlijk Amsterdamse mevrouw die me begripvol aankeek toen ik naast d’r neerplofte en zei dat ik alleen maar “iets met zon, zand en zee” wilde. En liever niet iets waar veel te zien is, want dan voel ik de behoefte om dat weer te plannen en loop ik daar te stressen met de gebruikelijke FOMO. “Dan moet je naar Kaapverdië!”, antwoordde ze begripvol. En binnen no time stond ik weer buiten. Honderden euro’s lichter, maar wel met een boeking voor een verblijf in een luxueus resort op zak. Jawel, zo’n resort met 7 bars, 3 restaurants, 2 zwembaden en een glijbaanparadijs, een spa, een privé-strand, en meer. Een beetje zoals die geweldige HBO-serie The White Lotus. “Als je wil kan je de hele dag dronken zijn!”, vertelde ze er nog bij. Niet dat dat mijn plan was. Ik keek er vooral naar uit om op het strand neer te ploffen met een cocktail, en dan vooral he-le-maal niks te doen. Immers, het landelijke motto van Kaapverdië bleek “No Stress”, hoe toepasselijk.

Inpakstress

Toegegeven, voor ik aan het ontstressen toekwam moest ik nog mijn koffer pakken. En dat bleek nog best een uitdaging. Want hoeveel kilo moest ik meenemen? Wat bedoelde het verblijf met ‘long sleeve shirts’? En had ik nou wel of geen onderwaterhorloge nodig? Ik besloot er de tijd voor te nemen en scoorde aardig wat koopjes – superhandig, want aangezien ik niet houd van kledingshoppen was dit de ideale gelegenheid om mijn garderobe weer eens aan te vullen. Was ik meteen al voorzien van nieuwe t-shirts, sportschoenen en allerlei dingen die ik toch wel nodig had maar steeds weer uitstelde – want ja, ik houd niet van kledingshoppen. Zijn sommige vriendinnen stukken beter in. Hoedanook, ik tikte wat leuke aanbiedingen op de kop en leerde wat nieuwe winkels kennen. En ik leerde ook weer wat over mezelf. Bijvoorbeeld dat het geen zin heeft om tig keer je koffer te wegen om te kijken of je niet over de bagagelimiet gaat. Was ik na twee keer wel even klaar mee. Ik boekte gewoon even wat extra ruimbagage bij – probleem opgelost, en weg was de inpakstress.

Wat ook handig bleek: de informatie op sociale media. Ik legde een excursielijstje aan op Tripadvisor en keek via YouTube en Instagram hoe het resort en de omgeving eruit zag. Ook de Belgische en Nederlandse overheden hadden nuttige informatie en reisadviezen. Al sloeg ik dat deels in de wind omdat ik de nieuwe online omgeving van mijn huisarts nog niet helemaal onder de knie had. Miste ik zowaar het advies rond een vaccinatie en toen ik daar achter kwam was het te laat om dat te regelen. Dan maar een risico nemen en enkele handige flacons DEET en insectenspray inslaan (overigens bleek dat uitstekend te werken).

Niet erg sociaal

Zo bevond ik me uiteindelijk maandag 17 april om half zeven in de ochtend, in een vliegtuig naar Kaapverdië. Het enige waar ik een beetje van baalde was mijn zitje. Ik zat namelijk tussen twee mensen in. Dat hoefde geen probleem te zijn, maar deze mensen kwamen zelf uit Kaapverdië en bleken elkaar ook nog eens vaag te kennen. Mijn aanbod om van stoel te wisselen sloegen ze af. Maar ze gingen wel met elkaar babbelen en iets met sim-kaarten en rekeningen doen terwijl ik tussen ze in zat. Nu ben ik supergoed in slapen in een vliegtuig en ik was doodop dus voor het grootste deel van de reis had ik er niet echt last van. Alleen is het best asociaal als je met elkaar babbelt en dingen aan elkaar geeft als ik tussenin je zit en Succession probeer te kijken – maar zo erg als de holistische-schoonmoeder-from-hell was het gelukkig niet. Ja, die kon je al van ver horen. Ik hoopte maar dat ze niet ook nog eens naar hetzelfde hotel zou gaan.

Ook de crew van de heenvlucht bleek niet supergezellig. We vlogen op Saõ Vicente, of zoals onze purser van dienst het in goed Nederlands-Nederlands zei:”Souw Visjente”. Maar nogmaals, ik ben supergoed in zittend slapen in vliegtuigen (met dank aan mijn reizen naar Atlanta, Chicago en San Francisco) – dus besloot ik mijn ergernissen even te parkeren tot we geland waren. En dat pakte vooralsnog prima uit.

Benieuwd hoe het mij verging in Kaapverdië? Lees verder in Deel 2 – Bevrijding op de Catamaran.